Burgers in m.e.r. procedures

Betrokkenheid van burgers en maatschappelijke organisaties gewaarderd

Wij hebben voor het ministerie van VROM in 2007 een onderzoek uitgevoerd door 50 ambtenaren en 250 respondenten van 50 mer-plichtige projecten te bevragen over hun waardering van de participatie bij m.e.r.- en SMB-procedures.

Decentrale overheden, zo blijkt, organiseren meer participatiemomenten dan de wettelijk voorgeschreven participatiemomenten. Het grootste deel van deze participatie heeft het niveau van ‘informeren’ (uitgaande van een ‘participatie-ladder’, met al opgaande treden informeren, raadplegen, adviseren, coproduceren en
meebeslissen). Concreet gaat het dan vooral om informatie-avonden, waar dan vaak ook via formulieren aan de formele inspraak kan worden meegedaan. Vroegtijdige participatie, op momenten waarop kernkeuzes in projecten nog ter discussie (kunnen) staan is zeer beperkt buiten de formele startnotitie-inspraak.

Grofweg de helft van de participerende burgers wordt in sterke mate in het persoonlijk belang geschaad en doet juist daarom mee aan participatie-activiteiten. Organisaties die burgers vertegenwoordigen, zijn in aantal veel minder vaak aanwezig in participatie-activiteiten, maar als ze bij een project mee doen, doen ze het wel intensiever dan individuele burgers: ze nemen dan aan meer georganiseerde participatie-activiteiten mee dan burgers - overigens regelmatig op uitnodiging van de overheid.

Zowel burgers als ambtenaren zijn eerder negatief dan positief over de waarde van participatie-activiteiten. Burgers nog beduidend sterker dan ambtenaren. Dit negatieve oordeel betreft zowel de informatieuitwisseling als - in sterkere mate - de waarde van participatie op gemaakte projectkeuzes. Maatschappelijke (burger-)organisaties zijn iets meer tevreden over de informatie-uitwisseling dan individuele burgers. De oordelen zijn niet positiever als alleen naar vroegtijdige participatie wordt gekeken (participatie in een moment in het proces waarin keuzes nog open liggen). Respondenten ervaren vooral participatie van de niveaus ‘informeren’ en (veel minder al) ‘raadplegen’. De ambtenaren ervaren de niveaus van participatie vaker als ‘raadplegen’ -net iets meer dan ‘informeren’- dan de participanten. Participanten zien juist eerder een misleidend soort informeren (‘promotie’).

De gemaakte proceskeuzes lijken alles te maken te hebben met de basishoudingen van bestuurders en ambtenaren t.a.v. participatie. Met als kernpunt: Een ambtelijk-bestuurlijk-politiek voorgenomen project (‘we hebben hiertoe democratisch besloten’) moet tot realisatie worden gebracht.



Wil je graag meer weten over dit project?
Contacteer ons !

 

Thema's:



logo mer nl

Contactpersonen:

Willemjan van de Wetering
M: willemjan@tridee.eu


Dirk Ligtermoet
M: dirkl@tridee.eu



Gerelateerde Projecten

MOBERs zoals voor provinciehuis Antwerpen

Diverse MOBERs en mobiscans om de mobiliteitseffecten van nieuwbouw te ramen
Lees meer

Laadpunten in Amstelveen en Aalsmeer

Beleidsregels voor het faciliteren van elektrisch rijden
Lees meer

Opleiding mobiliteitsadviseurs Brussel

CEMA-opleiding geactualiseerd en reeds diverse jaren uitgevoerd
Lees meer

Integrale ontwerpen: Samenwerken met stedenbouwkundige bureaus

Verkeersaspecten inbrengen in ruimtelijke ontwerpen
Lees meer

Beleidsplan verkeersveiligheid Deventer

Beklijvende planvorming door nadrukkelijk eerst doelgroepen te specificeren en niet direct in maatregelen...
Lees meer

Mobiliteitstoets in Nederland

Programmaplan om een mobiliteitstoets op ruimtelijke plannen op te zetten
Lees meer

Webdesign by Studio Odilo Girod. Built by Gerben Schmidt, BlogBird.