Toekomstgericht mobiliteitsbeleid plaatst duurzame vervoerwijzen centraal: maximale aandacht voor voorzieningen voor stappen/voetgangers, openbaar vervoer, fietsen en duurzame motorisering. Tegelijk echter weten we dat deze inhoudelijke focus op duurzame mobiliteit niet volstaat. Groen mobiliteitsbeleid is alleen effectief in een kader van duurzame beleidsprocessen. Het groene beleid heeft verankering nodig bij alle betrokken partijen en burgers. En, als derde duurzame aspect: een sterke verbinding met wat op gerelateerde beleidsterreinen wordt nagestreefd. Want mobiliteitsbeleid heeft achterliggende doelen nodig om een sterke zaak te maken. In ons advieswerk willen we steeds deze drie duurzaamheidsaspecten aanpakken. Om bij te dragen aan werkelijk effectief en beklijvend mobiliteitsbeleid.
We werken voor een belangrijk deel aan beleidsprojecten die meer of minder expliciet een toename van groene vervoerwijzen nastreven of faciliteren: voetgangers (of het mooie Vlaamse stappen), fietsen, openbaar vervoer, deel-auto, elektrisch vervoer. We houden ervan en belangrijker nog: we hebben kennis over groene mobiliteit. We zijn specialisten in OV-analyses gericht op optimaal gebruik, in alle aspecten van fietsgebruik en fietsbeleid, in stadsontwerp dat voetgangersbeleid concreet maakt, in verkeersveiligheid voor de ‘zwakke verkeersdeelnemer’... Maar meestal zijn we met álle vormen van mobiliteit samen bezig, inclusief autoverkeer. Omdat bundeling van autoverkeer op toereikende verkeersaders en concentratie van parkeren win-win kansen biedt. Het zijn belangrijke elementen in de toekomst van een duurzaam mobiele maatschappij.
Zonder een breed draagvlak bij politiek, stakeholders en burgers is beleid niet duurzaam, in de zin van toekomstvast en uitvoerbaar. Een breed politiek draagvlak zorgt ervoor dat vastgesteld beleid wordt uitgevoerd, én voortgezet in een volgende ambtstermijn. Draagvlak bij stakeholders (zoals andere beleidsdomeinen, wegbeheerders, vervoeraanbieders, middenstand en scholen), is belangrijk omdat zij mee de maatregelen helpen slagen. En ook draagvlak bij de burgers, die (als weggebruikers en omwonenden) nuttige input kunnen leveren voor de keuze en uitwerking van de juiste maatregelen. Dit alles vergt een zorgvuldige opzet en uitvoering van een geloofwaardig participatieproces, met de juiste mix van ‘tools’ (online en fysiek) op het juiste moment. Alle betrokken partijen moeten zich serieus genomen voelen en ook daadwerkelijke invloed ervaren. Onze ambitie is om samen met hen te komen tot een gedeelde visie en ambitie. Goede communicatie is daarbij essentieel, zodat allen zien hoe het proces verloopt en hoe hun input het proces voedt.
Mobiliteit is een bijzonder beleidsveld omdat het bijna nooit een doel op zich is. Buiten het recreatieve rondje op schoenen of fiets, is mobiliteit geen doel maar middel: het dient om ergens te komen, om ergens een activiteit te ontplooien. Dat geeft het ondergeschikte van mobiliteit aan (het hoogste doel is zo ongeveer dat het snel, veilig en prettig is) en tegelijk het essentiële: op bijna elk maatschappelijk beleidsterrein is voldoende mobiliteit, voldoende bereikbaarheid en toegankelijkheid een randvoorwaarde. Mobiliteit om activiteiten te ontplooien. Het zegt hoe belangrijk het is om keuzes in mobiliteitsbeleid aan die bredere achterliggende waaier aan maatschappelijke doelen te relateren. Keuzes in mobiliteit kunnen pijn doen en kunnen veel geld kosten. Het wordt alleen acceptabel, of zelfs een goede deal, als achterliggende doelen nabij gebracht worden. Zoeken naar de beleidsverbindingen, zoeken naar gedeelde visies – door brede kennis, analytisch vermogen en een druppel creativiteit.